JOHNNY MASTRO & MAMA'S BOYS - NEVER TRUST THE LIVING

Album Review

Album: 
JOHNNY MASTRO & MAMA'S BOYS - NEVER TRUST THE LIVING
Artist: 
Johnny Mastro & Mama's Boys
Record Label: 
CSB/Roxy Music llc
Style: 
Rauwe Bluesrock
Date: 
17/02/2017
Reviewed by: 
Walter Vanheuckelom
JOHNNY MASTRO & MAMA'S BOYS - NEVER TRUST THE LIVING
 
 
 
 
 
 
 
 
Johnny Mastro & Mama's Boys hebben al een paar jaar New Orleans als thuisbasis, maar van oorsprong is het een band uit Los Angeles, die opgericht werd in de befaamde blues club Babe's & Ricky's Inn. De naam van de band is trouwens vernoemd naar de clubeigenaarster Laura 'Mama' Gross. Het was zij die de jongens aanmoedigde om hun ruige en rauwe stijl, die met een voet in het verleden stond en met de andere voet in het heden, verder te ontwikkelen. Johnny Mastro & Mama's Boys staan voor krachtige, rauwe blues. Johnny Mastro is de frontman van de band en hij maakte met zijn Mama's Boys al elf albums, deed met hen al meer dan dertig Europese tournees en de band stond al op meer dan honderd festivals. Op 17 februari 2017 verscheen hun nieuwe album 'Never Trust The Living'. Het album werd live opgenomen in de zomer van 2014 in de Music Shed Studios in New Orleans, waar de band zevenentwintig nummers opnam om er uiteindelijk elf over te houden voor het nieuwe album. De meeste nummers op het album werden door Johnny geschreven, op sommige songs kreeg hij hulp van zijn eerste luitenant Smokehouse Brown. Buiten bluesharpspeler/zanger Johnny Mastro en gitarist Smokehouse Brown bestaat de band nog uit bassist Dean Zucchero en drummer Rob Lee.
 
 
 
 
Voor de band aan de opener 'Snake Doctor' begint horen we eerst nog een sarcastisch lachje. Daarna krijgen we dadelijk de zware rauwe sound die we van Mastro en zijn jongens gewend zijn. Smokehouse Brown gaat meteen zinderend te keer met de bottleneck tijdens een vette slide partij, maar ook Mastro geeft dadelijk zijn visite kaartje af met knap zuig en blaaswerk op de bluesharp. Drummer Rob Lee en bassist Dean Zucchero zorgen voor de stomende groove waarop Smoke en Johnny zich volledig kunnen uitleven. Johnny zal nooit de beste zanger worden en dat hoor je ook op dit album. Met zijn rauwe old school blues sound is 'Whiskey' een typische Mastro song. Al van bij het begin van het nummer is de bluesharp dominant aanwezig. Het langste nummer op het album is 'Judgement Day', een nummer dat geschreven werd door James Pryor en waarvoor Smokehouse Brown nieuwe arrangementen schreef. De versie van Johnny Mastro & Mama's Boys is heel zwaarmoedig en donker en Johnny's stem klinkt nog klagender en meewoediger dan gewoonlijk. Rob en Dean zorgen voor de diepe zware groove en Mastro zijn bluesharp spel is weer om te smullen. Brown haalt genadeloos uit met een verschroeiende psychedelische solo op de gitaar. De muziek blijft donker en zwaarmoedig tijdens 'Monkey Man', waarin de instrumentale ingrediënten ongeveer dezelfde blijven. Daarna volgt er geweldige ommezwaai in de muziek van het kwartet. De donkere rauwe sound maakt plaats voor het erg gevoelvolle 'Don't Believe', een smeulende intense slowblues. Zelfs de stem van Johnny klinkt nu breekbaar en de bluesharp zal menig muziekliefhebber kippenvel bezorgen. Spijtig dat dit prachtige nummer nog geen drie minuten duurt, dit had voor mij nog wel even mogen doorgaan. Een klassieker andere arrangementen geven blijft altijd gevaarlijk, maar Mastro heeft met het bewerken van 'House Of The Rising Sun' wel voor een schot in de roos gezorgd. Zijn instrumentale versie is een pareltje, dat begint met melancholisch smoelwerk op de bluesharp en op een bepaald moment krijgt het nummer een heel andere wending. Wanneer Smokehouse met vlijmscherp en zinderend snarenwerk het tempo omhoog schroeft wordt het een stevige bluesrocker. De ritmesectie volgt meteen en zorgt voor een stomende groove terwijl ook Mastro waanzinnig te keer gaat op de harp. Uiteindelijk sluit het nummer rustig af met knap werk op de bluesharp.
 
 
 
 
Smokehouse Brown eist de hoofdrol op met verschroeiend gitaarwerk, waar veel vervorming op zit in de midtempo bluesrocker 'Walking'. De stomende titeltrack 'Never Trust The Living' heeft dankzij drummer Rob Lee een heerlijke stuwende groove. Smokehouse helpt de sound bepalen met een steeds weerkerende indringende gitaar riff. Frontman Johnny Mastro levert weer groots werk af op de bluesharp. De band gaat nu verder op zijn elan en trekt de registers nog wat verder open voor 'Bucksnort Annie', een pure rock'n roll song waar de energie vanaf spat. Dit is honderdzestig seconden verstand op nul en zo snel mogelijk er tegenaan. Geen enkel obstakel kan deze pletwals van 'Bucksnort Annie' stoppen. Een toppertje dat gevolgd wordt door de instrumentale cover 'The Sad Night Owl' van Freddie King. In Freddie's versie was het de gitaar die de hoofdrol opeiste in het nummer, nu is het Johnny's lome weemoedige bluesharp die voor een gevoel van eenzaamheid zorgt. Een nummer dat tijdens de live concerten voor heel wat animo en sfeer zal zorgen is de afsluiter 'Indrid Cold'. De zware stomende groove waar Johny Mastro & Mama's Boys een patent lijken op te hebben is ook hier weer de perfecte basis om een feestje te bouwen. Smokehouse Brown zorgt voor stevig gitaarwerk en Mastro toont nogmaals zijn klasse op de bluesharp. Johnny kleurt de knappe ritme versnelling met zinderend blaas en zuigwerk, waarbij hij de hoge tonen op zijn bluesharp opzoekt. Het kwartet uit New Orleans heeft voor de liefhebbers van de bluesharp, van een zware rauwe sound en stomende grooves weer een uitstekend album afgeleverd met 'Never Trust The Living'. Op 25 mei komen ze terug naar Europa voor een uitgebreide Europese tournee en hoogstwaarschijnlijk zullen Johnny, Smoke, Rob en Dean dan ook wel weer te gast zijn in België en Nederland. (8/10)
 
 
 
Walter Vanheuckelom
 
 
 
 
Tracks:
Snake Doctor
Whiskey 
Judgement Day
Monkey Man 
Don't Believe
House of Rising Sun
Walking 
Never Trust the Living
Bucksnort Annie
The Sad Night Owl
Ingrid Cold
 
 
Line-up:
Johnny Mastro (vocals, harp)
Smokehouse Brown (guitar)
Dean Zucchero (bass)
Rob Lee (drums)