TAJ MAHAL - SAVOY

Album Review

Album: 
TAJ MAHAL - SAVOY
Artist: 
Taj Mahal
Record Label: 
Stony Plain Records
Style: 
Blues en jazz covers uit de jaren dertig en veertig van vorige eeuw
Date: 
28/04/2023
Reviewed by: 
Walter Vanheuckelom
TAJ MAHAL - SAVOY
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De Amerikaanse bluesmuzikant en multiinstrumentalist Taj Mahal, werd op zeventien mei 1942 in Harlem, New York City geboren als Henry St. Clair Frederick. Zijn vader was een jazzpianist met Caribische roots en zijn moeder was een gospelzanglerares uit South Carolina. Taj Mahal heeft in de loop van zijn meer dan vijftigjarige carrière veel gedaan om de definitie en reikwijdte van bluesmuziek te hervormen door het te versmelten met niet traditionele vormen, waaronder geluiden uit het Caribisch gebied, Afrika, India, Hawaï en de Stille Zuidzee. In het begin van de jaren zestig studeerde Taj Mahal nog landbouw en veeteelt. In die tijd had hij al een eigen bandje, namelijk Taj Mahal & The Elektras. Na zijn studies verhuisde Taj in 1964 naar Los Angeles, waar hij een vriend werd van Ry Cooder. Samen met Jessie Lee Kincaid vormden ze The Rising Sons. In die periode werkte Taj Mahal ook samen met grote bluesartiesten als Howlin ' Wolf, Buddy Guy, Lightnin ' Hopkins en Muddy Waters. In 1968 bracht Taj Mahal zijn eerste solo titelloze album uit. Achteraf volgden nog tientallen albums varieërend van akoestische en elektrische blues naar rootsmuziek, waar hij dan Afrikaanse, Hawaïaanse en Caribische invloeden aan toevoegde. In 2017 bracht Taj samen met Keb Mo het album 'TajMo' uit en zijn recentste album 'Get On Board' uit 2022 was een samenwerking van Taj met Ry Cooder. Met zijn nieuwste album 'Savoy' gaat Taj Mahal nog verder terug in het verleden. 'Savoy' is een verzameling van veertien covers Op dit album brengt Mahal een eerbetoon aan veertien standaards van o.a. Benny Goodman, George & Ira Gershwin, Louis Jordan, Duke Ellington en Billy Austin, die in de jaren dertig en veertig van vorige eeuw te horen waren in Harlem's Savoy Ballroom. 
 
 
 
 
 
 
Het album opent met de Benny Goodman cover 'Stompin' At The Savoy'. Een nummer uit de jaren dertig van vorige eeuw, dat later ook opgenomen werd door Ella Fitzgerald en Louis Armstrong. In de inleiding vertelt Taj dat zijn ouders elkaar voor het eerst tegenkwamen in de Savoy Ballroom in Harlem in 1938, tijdens de eerste run van Ella Fitzferald met de Chick Webb Band. De backing zangeressen, Carla Holbrook, Leesa Humphrey, Charlotte McKinnon, hebben een grote vocale inbreng in het nummer. Instrumentaal is het genieten van de diepe baslijn van Ruth Davis, het heerlijke pianospel van John Simon en de uitstekende tenor Saxofoon solo van Charles McNeal. Taj Mahal's grindachtige zang bevat veel invloeden van Louis Armstrong. De blazers zijn uitstekend en uitdrukkelijk aanwezig in de Duke Ellington cover 'I'm Just A Lucky So And So'. Een hoofdrol is weggelegd voor Kris Storm die het hele nummer kruidt met heldere vullingen op de fluit en zijn sterke prestatie nog meer in de verf zet met een knappe solo op de fluit. 'Gee, Baby, Ain't I Good To You' werd geschreven door Andy Razaf en Don Redman. Het werd in 1929 voor het eerst opgenomen door de door Redman geleide McKinney's Cotton Pickers. Nat King Cole nam in 1943 het nummer op. Het is een jazz getinte ballade, met gevoelvol en ingetogen gitaarwerk van Danny Caron. John Simon schittert andermaal op de piano en de prachtige solo op de trompet komt van Erik Jekabson. 'Summertime' van George Gershwin werd voor het eerst geschreven in 1935 en uitgevoerd in de toneelmusical 'Porgy And Bess'. Billie Holiday had een hit met het nummer in 1936. Taj Mahal trekt het nummer een bluesy jasje aan en voegt er knappe gitaar en saxofoon solo's aan toe.
 
 
 
 
 
 
De blazers zijn andermaal uitdrukkelijk aanwezig in het melancholische 'Mood Indigo', een cover van Duke Ellington. Met hun prachtige stemmen creëren Carla Holbrook, Leesa Humphrey en Charlotte McKinnon nogmaals een grote meerwaarde. Instrumentaal doet Eric Jekabson hetzelfde met een ingetogen trompetsolo. Ik haalde in de opener 'Stompin' At The Savoy' al aan dat de stem van Taj Mahal heel wat gelijkenissen bevat met deze van Louis Armstrong en die gelijkenis valt ook op in het loom swingende 'Is You Is Or Is You Ain't My Baby', een cover van Louis Jordan. Met een schitterende trompet en trombone solo van Eric Jekabson en Mike Rinta wordt nogmaals het belang van de blazers in de jaren dertig en veertig weergegeven. 'Do Nothing Till You Hear From Me' is een jazzy late nigt ballade, waarin de stem van Taj Mahal andermaal volledig tot zijn recht komt. John Simon schittert weer op piano en Danny Caron etaleert zijn grote klasse als gitarist met een erg mooie en gevoelvolle snarensolo. Het ritme gaat de hoogte in voor het vrolijke en swingende ''Sweet Georgia Brown'. Met een knappe baslijn zorgt Ruth Davies voor de swingende groove en drummer Leon Joyce Jr. bepaalt het ritme. Met een korte drumsolo speelt Joyce zich in de kijker. Toch is het de sublieme violist Evan Price die alle aandacht naar zich toetrekt tijdens 'Sweet Georgia Brown'. Een smekende Taj Mahal tracht Maria Muldaur te overtuigen om samen de nacht door te brengen in het duet 'Baby, It's Cold Outside'. Het nummer werd in 1944 geschreven door Frank Loesser en Taj en Maria blijven zeer dicht bij de originele versie. Instrumentaal is het genieten van de solo waarin de viool van Evan Price en de trombone van Mike Rinta hun klanken verweven tot één prachtig geheel. 
 
 
 
 
 
 
 
In het swingende 'Lady Be Good' is het genieten van de fantastische saxofoon solo's van Charles McNeal en Lincoln Adler. Het vrolijke nummer komt uit de gelijknamige musical van George And Ira Gershwin uit 1924. Zoals in heel wat nummers op dit album is Taj Mahal aan het scatten. De emotionele en melancholische ballade 'Baby Won't You Please Come Home', was in 1923 de eerste hit van Bessie Smith. Evan Price versterkt de melancholische sfeer met zijn viool en Eric Jekabson schittert andermaal met een erg knappe trompetsolo. In de swingende Louis Jordan cover 'Caldonia' horen we Taj Mahal op de mondharmonica. Ook in dit jumpblues nummer zijn de blazers weer heel belangrijk met knappe solo's van Mike Rinta op de trombone en Charles McNeal op de tenor saxofoon. Ook in de meeslepende jazzy blues 'Killer Joe' is het genieten van de mondharmonicaspeler Taj Mahal. Het is een compositie van Benny Golson uit 1960. Met hun zoete stemmen vormen Carla Holbrook, Leesa Humphrey, Charlotte McKinnon een groot contast met de gruizige doorleefde stem van Taj. Het mooie en gevoelvolle snarenwerk komt ook deze keer van gitarist Danny Caron. Het album wordt afgesloten met de meer dan acht minuten durende ballade 'One For My Baby (And One More For The Road)'.  Johnny Mercier nam het nummer in 1943 op voor de film 'The Sky's The Limit''. Later namen grootheden als Count Basie, Ray Charles en Frank Sinatra het nummer met succes op. Taj zingt het nummer met veel gevoel en instrumentaal zit alles weer erg goed in elkaar. 'One For My Baby (And One More For The Road)' is voor mij het absolute hoogtepunt op dit album. Voor degenen die hunkeren naar de muziek uit de jaren dertig en veertig van vorige eeuw is 'Savoy' a must have. Zij zullen zeker in hun nopjes zijn met dit nieuwe album van Taj Mahal, maar ook de doorsnee blues en jazz liefhebber zal met volle teugen genieten van deze veertien prachtige covers. (7,5/10)
 
 
 
 
 
 
Walter Vanheuckelom
 
 
 
 
01. Stompin’ At The Savoy
02. I’m Just A Lucky So-And-So
03. Gee Baby Ain’t I Good To You
04. Summertime
05. Mood Indigo
06. Is You Is Or Is You Ain’t My Baby
07. Do Nothin Till You Hear From Me
08. Sweet Georgia Brown
09. Baby, It’s Cold Outside
10. Lady Be Good
11. Baby Won’t You Please Come Home
12. Caldonia
13. Killer Joe
14. One For My Baby (And One More For The Road)
 
Line-up:
Taj Mahal – zang, mondharmonica
Danny Caron – gitaar
Ruth Davies – bas
John Simon – piano
Leon Joyce jr. – drums
Carla Holbrook, Leesa Humphrey, Charlotte McKinnon – backing vocals
Erik Jekabson – trompet (track 1,3,4,5,6,7,10,11,14)
Mike Rinta – trombone (all tracks)
Sheldon Brown – klarinet (track 1,5,14), tenor sax (track 1,4,5,7,), alt sax (track 11)
Charles McNeal – tenor sax (track 1,3,4,5,6,10,12), alt sax (track 7,14)
Andrew Stephens – trompet (track 2,8,9,13)
Kristen Strom – fluit (track 2), tenor sax (track 2,8,9,13)
Lincoln Adler – tenor sax (track 2,4,8,9,10,13,), bariton sax (track 3,6,11)
Evan Price – viool (track 8,9,11)